dinsdag 24 mei 2011

240511: Dagje Schier

Hee Vike,

Logisch dat de teleurstelling afgelopen zondag voor de fans groot was maar eigenlijk is er helemaal niet zoveel aan de hand. Toch? Het weekend van 28 en 29 mei 2011 wordt beslissend en daar kunnen we ons nu in alle rust op voor gaan bereiden. Dat de serie tegen Leiden niet helemaal soepel en vlekkeloos verloopt is helder maar dat maakt het allemaal wel spannend en interessant. Nu kunnen de mannen zich gaan onderscheiden van de jongens. Ik zou zeggen: laat maar zien.

Daar zaten we dan als twee sardientjes in een veel te klein blikje in een hok wat ze daar een sporthal noemen. Een paar uren in een auto zitten is al geen pretje maar het is ware luxe als je het vergelijkt met de houten zitbankjes in Leiden. Jonge honden houden dat nog wel een wedstrijdje vol maar voor ons was het afzien. Letterlijk en figuurlijk. We zaten al niet lekker en vervolgens zagen we onze jongens ook nog eens zo schutteren in de tweede helft. Leiden kwam in het momentum terecht en de scheidsrechters deden daar ook nog even vrolijk aan mee. Dan moet je wel heel koelbloedig blijven om je eigen ding goed te blijven doen en daar ging het dus faliekant mis.

Deze week kan Marco laten zien wat ervaring precies betekent. Wat hebben we geleerd uit het verleden waardoor we komend weekend wellicht geschiedenis kunnen gaan schrijven. Geen geklets meer over schotpercentages, druk, ambiance of andere niet ter zake doende argumenten. Overtuig de jongens van de kwaliteiten die ze hebben en laat ze onderling veel tijd met elkaar doorbrengen. Een dagje Schiermonnikoog bijvoorbeeld. Daar zou deze woensdag een prima dag voor zijn. Een beetje relaxen en de hoofden leeg maken in een heerlijk lentebriesje. Vanaf donderdag weer hard gaan trainen en voorbereiden op de zaterdag.

Ik zeg nu niet dat we dit jaar kampioen gaan worden, dat weet namelijk niemand nog. Ik zeg wel dat de kans aanwezig is en dat die kans groter is dan velen van ons denken. Basketballen kunnen beide ploegen wel. Maar daar gaat het nu niet meer om. Het gaat nu om koelbloedigheid, vertrouwen, de beste willen zijn en jezelf durven blijven. Over een paar dagen weten we waar het feest gehouden zal worden.

Vike, dit komend weekend gaat de boeken in en wij zijn erbij. Alleen dat is al mooi meegenomen. Ben je er klaar voor?

Groet Nike

maandag 16 mei 2011

160511: Boeh!

Beste Nike,


Ik kan het niet helpen maar ik ben er gek op! Play-offs bedoel ik natuurlijk. Iedere keer weer die spanning en het idee dat het wel eens de laatste wedstrijd zou kunnen zijn. Omdat we Amsterdam (met afstand de leukste ploeg om van te winnen) helaas niet zijn tegengekomen dit keer mijn pijlen maar op Den Bosch (met afstand de op-één-na leukste ploeg om van te winnen) gericht. Tjonge, wat een arrogant volkje is dat daar in het verre zuiden. Het is tegenwoordig lastiger om de Maaspoort binnen te komen dan met een tulband op je hoofd naar de USA te gaan (en geloof me, dat is ook best lastig). Niets menselijks is ook mij vreemd en daarom heb ik minimaal 36 uur nagenoten van de winst, en vooral de manier waaróp, op Den Bosch. Vegen heet zoiets geloof ik.

Tja, en dan krijgen we nu Leiden voor onze kiezen. Dat brengt mij in een moeilijk parket, want ik heb altijd al een zwak voor Leiden gehad. Evenals voor Nijmegen trouwens. Leuke club met een mooie historie, goed bestuur en leuke fans. Vooruit, één dissonantje dan maar ik heb begrepen dat JvdN te L. zijn leven behoorlijk aan het beteren is. Ik blijf hem kritisch volgen. Voor de rest niets dan lof voor deze club, zelfs voor de coach heb ik, dat weet je, een zwak. Ik hou wel van mensen die ab-so-luut niet kunnen verliezen, daar win je wedstrijden mee. Als volstrekt onpartijdig toeschouwer heb ik er dus geen enkele moeite mee om Amsterdammers uit te fluiten of Boschenaren uit te boehen (zeg je dat zo?) maar bij Leiden wordt dat een stuk lastiger. Gelukkig hebben we nu een Leidenaar die dat begrijpt en het leven weer een stuk eenvoudiger voor me maakt. Tenslotte heb je vijanden nodig om te winnen en met Arvin Slagter heb ik er nu eentje gevonden. Ik weet niet of je het ook gezien hebt, maar hij heeft gemeend onze eigen Aron Royé met zijn elleboog tot bloedens toe te moeten bewegen. Nu ben ik de laatste die een hekel heeft aan fysiek spel, het is #$%^&# toch geen korfbal, maar je kunt natuurlijk altijd te ver gaan. Arvin is iets te ver gegaan. Of hij het zo bedoelde is nog maar zeer de vraag maar naar het antwoord op die vraag ben ik ook helemaal niet op zoek. Ik heb mijn vijand gevonden en kan morgen dus vrolijk een deuntje meefluiten en boehen richting Arvin. Gelukkig maar.

Tja en dan moeten we het nog even over Dick Heuvelman hebben. Ik weet dat je goed met hem bevriend bent maar sinds die man de sociale media heeft ontdekt komt er zo mogelijk nog meer onzin uit zijn pen dan daarvoor. Kan die man ook uit? Hij twettert en twittert dat het een lust is, vertelt de ene na de andere onwaarheid, haalt spelersnamen door elkaar en ga zo maar door. Zoals mijn moeder vroeger minstens eens per week tegen me zei: "dit kán toch niet?".

Ik ga nog even langs de drogist om een flesje hoestdrank te halen. Drie eetlepels per dag en ik kan gegarandeerd een wedstrijd lang voluit schreeuwen zonder m'n stem te verliezen.

Ik zie je morgen!

Vike

zaterdag 7 mei 2011

070511: The road to the BM

Vike,
Enigszins bevangen door de warmte? Ik heb jouw bericht zeker een paar keer moeten lezen om er van overtuigd te raken dat je het echt meende zonder ook maar één kritische noot. Ik ben dit helemaal niet van gewend. Dat je Marco nu al een hart onder de riem steekt en hem bedankt voor zijn inzet is ten eerste te vroeg en ten tweede niet dezelfde toon die je soms over hem spreekt. Ik begin nu echt te denken dat de bijverschijnselen van jouw nieuwe medicatie toch heftiger zijn dan verwacht.

Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst maar laten we wel eerlijk en oprecht blijven. Dit seizoen de finale halen van de Play-offs is wel het minste wat Marco met zijn mannen moet gaan behalen. Zo niet, dan worden de afgelopen drie jaren toch met een minnetje afgesloten. Wees gerust, ik ga daar ook helemaal niet vanuit en we liggen gewoon goed op schema. Zodra de wisselvalligheid en het zelfvertrouwen weer helemaal onder controle zijn dan is er helemaal niks aan de hand en is The road to the Big Market een kwestie van tijd. In de tweede helft van wedstrijd drie tegen Den Bosch konden we weer zien dat het er absoluut in zit en dat de mannen kunnen vlammen als het maar goed tussen de oren zit. En dat gemekker van allerlei kanten ben ik nu echt helemaal klaar mee. ‘No excuses!’ Dat thema werd aan het begin van het seizoen door de coach zelf geïntroduceerd en zo is het ook precies. Geen dingen gaan bedenken of situaties benoemen die eventueel de reden zouden kunnen zijn waardoor het niet altijd van een leien dakje gaat. Gewoon dat doen wat je moet doen en je daarbij beseffen dat je er goed voor betaald wordt. Bovendien, kijk nou eens even kritisch naar onze tegenstander. Op werkelijk ALLE vlakken zijn we beter dan Den Bosch. Elimineer de belangrijkste spelers en je zou zonder enig probleem deze serie moeten gaan winnen.

Dit wil overigens niet zeggen dat ik het niet grotendeels eens ben met jouw betoog. Het is alleen dat de toon van het geschrevene meer past bij ‘candlelight’ dan bij een kritische blog over onze club. Marco heeft het basketbal in Groningen zeker een positieve impuls gegeven en bovendien, hij heeft prijzen gehaald. En daar gaat het simpelweg om. De nieuwe coach voor komend seizoen heeft ook reeds prijzen behaald maar vallen die in dezelfde of vergelijkbare categorie? Binnenkort weet iedereen wie het is geworden en kan elke fan voor zichzelf een oordeel gaan vormen.

Dit alles gezegd hebbende, ik sprak iemand die bij de derde wedstrijd tegen Den Bosch in Plaza was geweest en vroeg hem naar zijn bevindingen. Vooraf klaagde hij over de enorme kosten van een toegangsbewijs en de daar verkrijgbare consumpties. Als enige tegenargument kon ik hem vertellen dat dit precies de reden is waarom er in Groningen zoveel seizoenskaarten worden verkocht. Dat begreep hij wel. Na afloop sprak ik hem weer. Zijn enthousiasme was duidelijk van zijn gezicht af te lezen. ‘Een geweldige avond gehad’ zei hij en hij vond het jammer dat zo’n wedstrijd maar 4 kwarten duurde. En zo is het maar net. Basketbal in Groningen is vermaak van de bovenste plank en vermaak kost nou eenmaal geld. Vergelijk het eens met één of andere culturele voorstelling. Dan ben je met het kijken naar basketbal vaak nog veel goedkoper uit!

Zucht, weer weinig kritische punten vandaag. Of zal ik nog even beginnen over de scheidsrechters? Ik hoorde dat één van de heren gesignaleerd was in een shirt van een club en zijn enthousiasme voor die club niet onder stoelen of banken stak. Nee, geen namen natuurlijk want ik heb het zelf niet kunnen zien. Maar, we houden hem in de gaten!

Vike, ik hoop dat je weer terug op aarde bent en dat jouw volgende bijdrage iets minder sentimenteel wordt dan de vorige. Ik kijk er met belangstelling naar uit. Aanpassen van de medicatie zou wellicht een optie zijn… sterkte daarmee!

Groet Nike

donderdag 5 mei 2011

050511: Kees

Ik zie hem op weg naar de uitgang van de Martiniplaza. Hij loopt wat voorovergebogen, strompelend bijna, op de manier die ik zo goed van hem kende. Kees is al supporter van Donar zolang ik me kan herinneren.


Toen ik als jongen me stond te vergapen aan de, voor mij onwerkelijk lange, spelers van Nationale Nederlanden Donar was Kees er ook al. Meestal stond hij aan de balustrade van de Evenementenhal met een blikje bier in zijn handen te genieten van het spel en de ambiance. Man, wat een tijden waren dat, in mijn herinnering was het toen altijd feest en hebben we alleen maar goede wedstrijden gezien. Het kampioenschap van 1982 was er eentje om nooit te vergeten en staat voor altijd in mijn geheugen gegrift. Nóg zie ik Kees na het laatste fluitsignaal op zijn vaste plekkie een soort hardloopwedstrijd op de plaats houden. Zijn voeten roffelden op de vloer, zijn handen hoog boven zich uitgestoken en een dierlijke brul kwam uit z’n keel. “Jaaaaaaaaaah!, Jaaaaaaaaah!”.
Machtig mooi.


De jaren zijn verstreken maar Donar is gebleven, in goede en ook mindere tijden. Kees is er ook nog steeds, flink wat jaartjes ouder en inmiddels van een forse kerel tot een gebogen oude man getransformeerd maar hij mist nog steeds geen thuiswedstrijd van zijn Donar. We kennen elkaar omdat we uit hetzelfde dorp komen maar tegelijkertijd kennen we elkaar ook weer niet. Gek, ik weet niet eens wat z’n achternaam is. Af en toe spreken we elkaar even kort, meestal voor een wedstrijd. ‘Moi Kees’, zeg ik dan. ‘Moi Vike’, bromt hij terug, ‘bist er ook weer?’. Dan praten we wat over de afgelopen wedstrijden en vooral over de wedstrijd die zo te beginnen staat. Ik wil, zeker in mindere tijden, nog wel eens wat pessimistisch zijn maar Kees nooit. Hij mag dan wat simpel van geest zijn maar ik ben jaloers op zijn eeuwig positieve houding. Altijd weer dat vertrouwen in ‘zijn’ Donar, altijd zeker weten dat het goed komt, man ik wou dat ik dat kon.

Vandaag is er weinig te zien van dat positivisme. We hebben net verloren en terwijl ik balend naar de uitgang loop zie ik Kees voor me. Ook hij baalt blijkbaar want ik hoor hem van een paar meter afstand vloeken. Ik haal hem in. ‘Hé Kees’, zeg ik, ‘wat is dat nou? Waar maak jij je zo kwaad over? Zo ken ik je niet!’. Hij draait zich om, zijn ogen spuwen vuur. ‘Moi Vike. Kwaad? En of ik kwaad ben! Stelletje onbenullen, denken dat ze mijn basketbalavond kunnen vergallen’. Hij vloekt weer, binnensmonds. ‘Wat is er aan de hand? Heb je ruzie gehad?’, vraag ik. Kees bedaart wat. ‘Ach Vike, je kent me, ruzie maak ik niet zo snel. Ik heb me de hele wedstrijd op lopen vreten door die onzin die ik van die jonge gasten op de rij achter me moest aanhoren. De hele wedstrijd maar kankeren. Dit was niet goed, dat klopte niet, de spelers waren niks en de coach snapte er al helemaal niets van. Vooral over de coach gingen ze maar door. Gebruikt de verkeerde tacktiek, stelt de verkeerde spelers op. Wisselt te vroeg, wisselt dan weer te laat, wisselt verkeerd en moet eigenlijk zo snel mogelijk oprotten…’ Hij zucht. ‘Vooral dat laatste schoot me echt in het verkeerde keelgat. Wie denken die snotjochies wel niet dat ze zijn? Is er geen enkel respect meer? Zijn ze nu al vergeten wat deze coach heeft gedaan? Eerst het landskampioenschap, dan de beker en misschien dit jaar wel weer kampioen! Diezelfde etterbakken stonden vorig jaar vooraan op de Grote Markt te juichen toen deze coach met de beker in zijn hand stond! Die man moet een standbeeld hier midden in de Martiniplaza, die moeten we eeuwig dankbaar zijn! En wat dan nog als we dit jaar geen kampioen worden, moeten we dan maar vergeten wat er de afgelopen jaren hier is gebeurt? Het is van de zotte dat ik me er druk over maak maar dit soort lui verpest mijn mooie avondje Donar met al die onzin’. Ik klop hem op zijn rug. ‘Kom op Kees, zo erg is het ook weer niet. Idioten heb je overal. De volgende wedstrijd winnen we weer en dan zijn die gasten weer stil’. Hij bromt wat, draait zich om en strompelt verder naar de uitgang. ‘Klootzakken!’, hoor ik nog net.

Terwijl ik naar buiten loop denk ik na over wat hij zei. Eigenlijk heeft hij gelijk. En eigenlijk maak ik me ook schuldig aan dat negatieve gedrag. Ik zeg het misschien niet hardop, maar ook ik heb regelmatig gedacht dat het maar goed is dat we deze coach het volgend seizoen kwijt zijn. Want zo gaat het toch echt niet verder. Hoe heb ik in Godsnaam kunnen vergeten wat er de afgelopen jaren is gebeurd? Hoe kan ik vergeten hoe blij ik was met dat kampioenschap, met die beker? Kees heeft gelijk, deze coach verdient een standbeeld, wát er ook nog gebeurt dit seizoen. Deze coach verdient ons respect en onze dank voor wat hij hier, in zijn eigen Groningen, heeft bereikt.

In 1982 was Marco ook in de Evenementenhal. Net als ik en net als Kees. Marco was toen nog een klein jongetje, jonger dan ik, maar als ik toen had geweten wat ik nu weet was ik naar hem toegelopen en had ik hem bedankt voor alle mooie dingen die hij zou gaan doen voor onze club. Maar ja, ik wist het niet en, sterker nog, ik kende hem niet eens.

Waarom ik je dit verhaal vertel Nike? Omdat ik op deze plaats Marco wil bedanken voor de mooie tijden die hij ons heeft gegeven. En waarom nu? Omdat het nog alle kanten op kan gaan. Misschien worden we kampioen maar misschien liggen we er binnenkort ook zo maar uit. Marco verdient ons respect en onze dank, ongeacht het resultaat wat nog komen gaat. Hij zal dit wel nooit lezen maar ik wil het toch gezegd hebben, al is het voor m’n eigen gemoedsrust. En Kees? Misschien bestaat hij, misschien ook wel niet. Wat maakt het uit, want gelijk heeft ie zeker.

Belofte maakt schuld dus, met een diepe buiging: Marco, bedankt!

Zo word ik toch nog sentimenteel op mijn oude dag, de volgende keer mopper ik weer gezellig met je mee.
Vike